Beste Beekenaren,
Er staat momenteel veel op het spel. Heel veel. Onze vrijheid en onze democratische waarden zijn opeens niet meer zo vanzelfsprekend. Er woedt een oorlog in Europa.
Anno 2023 hebben we vooral moed nodig.
Moed speelde ook de hoofdrol in het toneelstuk ‘Wie heeft de moed’, van de hand van kinderboekenschrijver Jacques Vriens, dat eerder deze avond te zien was in ons Asta Theater.
‘Moed om te kiezen en moed om te verliezen’, zoals Jacques het zo treffend omschrijft in de magnifieke theatervoorstelling die werd opgevoerd door de jongeren van Toneelvereniging Ons Genoegen.
Geconfronteerd werden we met vier scènes, waarin het maken van de moreel juiste keuze altijd te maken heeft met moed. Moed, soms zelfs tegen beter weten in. In de voorstelling draait het om herkenbare, alledaagse situaties. Situaties die we ons herinneren uit onze schooltijd, ons werk of uit ons sociale leven.
In één monoloog uit het stuk kijkt iemand terug op haar basisschooltijd. Op een vriendinnetje die gepest werd. Ze bleek autisme te hebben. Het meisje dat terugblikt op die periode had niet de moed om voor haar vriendin op te komen, niet het lef om nog vriendinnen te willen zijn. Ze liet haar vriendin- Karlijn- achter. Dat is pijnlijk; en ook pijnlijk herkenbaar voor iedereen.
Vier korte verhalen werden ons voorgeschoteld die de kern van onze huidige bijeenkomst raken. Vier keer draait het om het hebben van moed; en het maken van een wezenlijk verschil.
In tal van situaties- groot of klein- komt het erop aan om moed te tonen. Moed om in opstand te komen tegen onrecht en moed om -zoals in de scène over Karlijn- toe te geven dat je ernaast zat, dat je een verkeerde beslissing nam. Moed tonen en in verzet komen hebben niet altijd te maken met de grote gebeurtenissen. Moed begint schoorvoetend, met kleine daden.
Het prachtige stuk van Jacques Vriens werkt door in onze geest. Dat doet alle goede kunst.
Wat kunst ook doet is vragen stellen. Het brengt ons in aanraking met ongewone situaties en levens van andere mensen.
Kunst stelt – zoals men in Vlaanderen zegt – iets in vraag. Iets wordt in twijfel getrokken. Kunst spoort je aan om zelf na te denken, te voelen en vragen te stellen over het leven of welk onderwerp dan ook.
Om een goede keuze te maken heb je de moed nodig om de juiste vragen te stellen.
De vorig jaar overleden dichter Remco Campert heeft in het gedicht ‘Iemand stelt de vraag’ uit 1970 een strofe gewijd aan verzet en het stellen van een vraag.
Die strofe gaat als volgt:
Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden
zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z’n kop krijgt
zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud
zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die een sigaret aansteekt
zoals liefde met een blik
een aanraking
iets dat je opvalt in een stem
jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
Beste mensen,
Dit is de kern van wat wij hier vandaag doen. We stellen ons de vraag en we stellen elkaar de vraag: ‘Wie heeft de moed’?
Het feit dat we op deze Nationale Dodenherdenking samenkomen om die vraag te stellen is een daad van moed. We herdenken de gevallenen in oorlogen. Die van vroeger; en die van vandaag.
We herdenken de doden. En we prijzen die mensen die vandaag de moed hebben om de juiste vragen te stellen, om in actie te komen tegen onrecht, oorlog en andere humanitaire rampen.
Niets doen is laf. Wegkijken is verwerpelijk. Wie niets doet, maakt zich medeschuldig.
Het doet me deugd dat de moedige daad van het herdenken, van het vieren van de vrijheid en het stellen van de juiste vragen hier in vruchtbare bodem valt.
Want Beek mag dan wel klein zijn, haar humanitaire hart is groot.
Inmiddels hebben we ruim vijfhonderd vluchtelingen uit het oorlogsgebied van Oekraïne in ons midden opgevangen. Die mensen vormen het levende bewijs dat we moed nodig hebben om in actie te komen tegen een weerzinwekkende oorlog.
Moed is niet alleen de moeite waard, het is een noodzakelijkheid; een voorwaarde om te kunnen bestaan.
Onze Oekraïense inwoners tonen ons dat het onontbeerlijk is om te vechten voor vrede. Ze maken ons bovendien duidelijk hoe belangrijk het is om medemenselijkheid te koesteren en hoe wezenlijk het is om je opgenomen te voelen in een gemeenschap.
Want we moeten ons realiseren dat de oorlog zich niet alleen afspeelt in Oekraïne, maar ook in de harten van mensen die zijn gevlucht, die huis en haard achterlieten. En ook in óns hart woedt die afschuwelijke oorlog. Wij voelen, leven en lijden mee; op afstand, maar in ons hart.
De ander waarnemen en je verbonden voelen – ook al woont hij of zij ver van ons af – is een daad van medemenselijkheid.
Nieuwsgierig zijn naar de ander maakt ons tot mensen. Mensen die hun hart openen, die tot empathie in staat zijn en die de moed opbrengen om hun hand uit te steken.
Journaliste Natascha van Weezel heeft voor het Nationaal Comité 4 en 5 mei een artikel geschreven met de titel ‘Over leven met oorlog’.
In het artikel betuigt zij met terugwerkende kracht haar respect en dankbaarheid aan haar dappere opa en oma. Haar joodse grootouders overleefden de oorlog, maar kregen last van ‘survivor’s guilt’, van het schuldgevoel dat zij wél en veel andere familieleden de oorlog niet hadden overleefd. De oorlog wierp niet alleen een slagschaduw over hún leven, maar werkte ook nog na in de derde generatie. Een familiegeschiedenis heeft zowel in negatieve als ook in positieve zin invloed op je leven.
Zo zien we in dit verhaal – maar ook in talloze andere verhalen hoe een oorlog doorleeft in toekomstige generaties.
Enkel door interesse te tonen en nieuwsgierig te zijn naar de verhalen van de ander kunnen we een hechte gemeenschap zijn.
Door de ander te willen kennen, kun je angsten, vooroordelen en onverschilligheid wegnemen. We hebben die verhalen nodig. Ze bieden houvast, bieden troost en schenken ons inzicht.
Ik roep daarom iedereen op om naar elkaar te blijven luisteren. Neem ook de verhalen van onze oorlogsvluchtelingen in jullie op. Wees nieuwsgierig naar hun verhalen, hun levens, hun angsten en verlangens. Sta open voor elkaar. Blijf verbonden.
Wie herdenkt, denkt opnieuw. Wij mogen ons gelukkig prijzen dat we in Nederland leven waar we al 78 jaar geen oorlogsgeweld hebben gekend. Juist daarom is het belangrijk dat we herdenken wat er tussen 1940 en 1945 is gebeurd en tevens denken aan anderen die vandaag in minder gelukkige omstandigheden leven. Vrede is niet vanzelfsprekend. Juist daarom moeten we haar blijven herdenken en vieren. We vieren onze vrede en tegelijkertijd herdenken we hen die hiervoor de hoogste prijs hebben betaald.
Vrijheid – dat is inmiddels gemeengoed – kan niet bestaan zonder verantwoordelijkheid. Het is hartverwarmend te voelen dat we die verantwoordelijkheid in Beek serieus nemen. Dat doen we door hier vandaag weer in groten getale aanwezig te zijn, door samen te herdenken en door er te zijn voor de vluchtelingen uit Oekraïne. We zijn met elkaar verbonden. Met vroeger en met nu.
Beek heeft de moed. De moed om nieuwsgierig te zijn naar anderen. En de moed om de juiste vragen te blijven stellen. Beek heeft de moed om te kiezen én te verliezen.
Omdat we ons dat maar al te goed realiseren maken we de juiste keuze. We denken, herdenken en komen in beweging voor een wereld die de moeite waard is om te worden beschermd. Er staat veel op het spel. Moedig voorwaarts!