Met ingang van 5 juni kunnen maximaal 50 gelovigen een dienst bijwonen (in plaats van 30).
Voor grotere kerkgebouwen met meer dan 300 reguliere zitplaatsen geldt dat maximaal 15 procent van het aantal zitplaatsen kan worden benut.
In kerkgebouwen met meer dan 1.000 reguliere zitplaatsen kunnen maximaal 250 personen worden toegelaten.
Voor alle kerkgebouwen geldt dat de genoemde maximum aantallen kerkgangers alleen kunnen worden toegelaten als de gelovigen onderling anderhalve meter afstand kunnen houden.
Ook de andere basisregels uit het protocol ‘Kerkelijk leven op anderhalve meter’, zoals bijvoorbeeld de regels over vooraf reserveren, communie uitreiken, hygiëne en het dragen van mondkapjes blijven onverkort gelden.
De richtlijnen met betrekking tot zingen wijzigen op 5 juni nog niet, met uitzondering van zingen door kinderen tot en met 12 jaar.