De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidzorg (Wvggz) moet snel  worden aangepast.

Dat schrijven Christine van Basten-Boddin en Luc Winants, voorzitters van de regio-overleggen Wvggz in Zuid-Limburg en Noord- en Midden-Limburg, in een brandbrief aan minister Ferd Grapperhaus en staatssecretaris Paul Blokhuis.

De wet blijkt een bureaucratisch monster en is op onderdelen niet uitvoerbaar.

Winants en Van Basten-Boddin nodigen de bewindslieden uit om de ervaren knelpunten en mogelijke oplossingen in Limburg te bespreken.

Wie psychische problemen heeft en een gevaar vormt voor zichzelf of anderen, kan te maken krijgen met verplichte geestelijke gezondheidszorg.

Een burgemeester of rechter kan zo’n maatregel opleggen, die door patiënten meestal als zeer ingrijpend wordt ervaren.

In de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, die 1 januari 2020 in werking trad, zijn de rechten geregeld van mensen met een psychische aandoening die hiermee te maken krijgen.

Meer dan zijn voorganger, de Wet bijzondere opname psychiatrische ziekenhuizen, is de Wvggz gericht op het voorkomen van verplichte zorg.

En als verplichte zorg tòch nodig is dan moet de minst ingrijpende vorm worden ingezet en moet de dwangmaatregel zo snel als mogelijk worden afgebouwd.

Tijdens de periode van verplichte zorg houdt de patiënt waar mogelijk zelf de regie.

Daarnaast is er een grotere rol weggelegd voor familie en naasten van de patiënt.

Zo hoeft de verplichte zorg niet meer altijd in een instelling verleend te worden, maar kan die nu soms ook bij de patiënt thuis plaatsvinden.

Met het toekennen van meer mogelijkheden tot eigen regie en maatwerk rondom verplichte zorg, is ook de bureaucratie explosief gestegen.

Zo moeten patiënten sinds 1 januari formeel op de hoogte gesteld worden van elke beslissing die betrekking heeft op de maatregel en behandeling.

Dat betekent dat hulpverleners, binnen een vaak onrealistische termijn, heel veel brieven moeten schrijven en te weinig tijd overhouden voor behandeling en zorg.

Nieuw is ook dat iedere patiënt eerst gehoord moet worden door de burgemeester, of een gemandateerde derde partij, voordat een maatregel mag
worden opgelegd.

Het doel hiervan is om de rechtspositie van patiënten te versterken.

Horen moet zo snel als mogelijk, want de crisismaatregel moet uiterlijk twaalf uur na de beoordeling van de psychiater worden afgegeven.

Volgens de voorzitters van de regio-overleggen schiet deze nieuwe hoorfunctie zijn doel voorbij.

In de praktijk blijkt dat patiënten het horen vaak als spannend en intimiderend ervaren.  Ook blijkt dat zij vaak niet in staat zijn om gehoord te worden wanneer zij in crisis zijn.

Dit leidt tot spanningen bij zowel de patiënt als de medewerkers van de crisisdienst en dat leidt soms tot gevaarlijke situaties.

Voorzitters Van Basten-Boddin en Winants hebben de bewindslieden, geruggesteund door betrokken partijen, tevens een lijst met knelpunten gestuurd.

Zij hopen daarmee een krachtig signaal af te geven aan minister Grapperhaus en staatsecretaris Blokhuis.

De minister is voornemens om nog dit jaar een wijzigingsvoorstel voor de Wvggz voor te leggen aan de Tweede Kamer.

De voorzitters vragen de minister dringend om de knelpunten op te lossen in het geplande wijzigingsvoorstel.